Wij zijn geopend maandag t/m vrijdag van 09:00 uur tot 18:00 uur.
Telefonisch spreekuur dinsdag en donderdag van 09:00 uur tot 10:00 uur.
Wij zijn geopend maandag t/m vrijdag van 09:00 uur tot 18:00 uur.
Telefonisch spreekuur dinsdag en donderdag van 09:00 uur tot 10:00 uur.
Voor het maken van een afspraak kunt u mij persoonlijk bereiken tijdens het telefonisch spreekuur:
Op dinsdag en donderdag van 9.00 – 10.00 uur.
Het telefoonnummer van de praktijk is 06 – 48 26 41 84.
U kunt mij ook mailen:
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Liefde, de drang naar emotionele hechting aan enkele onvervangbare anderen, is nodig voor onze lichamelijke en geestelijke gezondheid.
Volgens de “attachmenttheorie” van Bowlby vormt de kwaliteit van de band met geliefden en emotionele deprivatie op jonge leeftijd de sleutel van de ontwikkeling van de persoonlijkheid en van de manier waarop iemand gewoonlijk verbinding maakt met anderen. Liefdevolle verbondenheid is volgens Bowlby even belangrijk als stoffelijk voedsel. Uit diverse vervolgonderzoeken blijkt dat een gevoel van veilige verbinding tussen liefhebbende partners de sleutel is tot een liefdevolle relatie en een diepe bron van kracht voor de afzonderlijke deelnemers aan zo’n relatie.
Verbondenheid met een liefdevolle partner kan letterlijk een buffer vormen tegen shock, stress en pijn.
Liefde is een fundamentele en primaire levensbehoefte, net als zuurstof en water …
Hij controleert mij te veel … Onze karakters verschillen te veel … Ze wil geen seks meer … Woede, kritiek, eisen. Maar, de meeste ruzies zijn in feite een vorm van protest tegen het verlies van emotionele verbondenheid.
Eigenlijk vragen de partners elkaar: Tel ik nog voor je? Waardeer je me? Heb je me nodig?
We ervaren allemaal een vorm van angst als we een meningsverschil of een botsing hebben met onze partner. Voor degenen onder ons met een sterke band is dat een tijdelijk dipje. Maar voor diegenen met minder hechte of beschadigde bindingen kan die angst allesoverheersend worden. Dan worden we meegesleurd door een “oerpaniek”. Dan doen we meestal of het een of het ander: ofwel we gaan eisen stellen en klampen ons vast aan onze partner in een poging om hem of haar troost en geruststelling te ontfutselen, of we trekken ons terug en maken ons los in een poging om onszelf te sussen en te beschermen. Wat we in feite zeggen met die reacties is:
“Geef me je aandacht; blijf bij me; ik heb je nodig …”
Of: “Ik laat me door jou niet kwetsen. Ik wil bijkomen en de zaken onder controle houden”.
Negatieve interacties en duivelse dialogen zijn dwingende patronen die zich voortdurend herhalen. Als veilige verbondenheid verloren lijkt te gaan roept dat bij de partner een vecht- of –vluchtreactie op.
Ze maken de ander verwijten en worden agressief, alleen om een reactie uit te lokken, wat voor een dan ook.
Of ze klappen dicht en doen of het hun niet kan schelen.
Beide reacties komen voort uit doodsangst; de partners gaan er alleen op verschillende manieren mee om. Als ze eenmaal verzeild zijn in die vicieuze cirkel van verwijten en afstandelijkheid, worden ze in al hun angsten bevestigd en wordt hun gevoel van isolement alleen maar versterkt.
De meeste verwijten in die dialogen zijn eigenlijk een wanhopige roep om hechting, een protest tegen verlies van verbondenheid. Zo’n protest kan alleen worden weggenomen als de geliefde emotioneel dichterbij komt en de ander vasthoudt en geruststelt. Niets anders helpt. En als dat herstel van verbondenheid niet tot stand komt, gaat de strijd door.
De basis van EFT bestaat uit 7 gesprekken die een speciale vorm van emotionele ontvankelijkheid willen bevorderen.
Die emotionele ontvankelijkheid heeft 3 hoofdbestanddelen:
Toegankelijkheid: Kan ik je bereiken? Dat betekent je open blijven stellen voor je partner.
Ontvankelijkheid: Kan ik er op vertrouwen dat je je emotioneel voor me openstelt?
Betrokkenheid: Weet ik dat je me in mijn waarde laat en dicht bij me blijft?
In het 1e gesprek “De duivelse dialogen leren herkennen”: het patroon leren herkennen van elkaar de schuld geven, beschuldigen en verdedigen i.p.v. zeggen dat je je in de steek gelaten voelt …
In het 2e gesprek “De pijnplekken vinden” leren de partners verder kijken dan de eerste reacties zoals de woede van de een en de afstandelijkheid van de ander. I.p.v. de boosheid te benoemen de teleurstelling benoemen, de hunkering naar … -> Beter naar elkaar luisteren en op een dieper emotioneel niveau een verbinding maken.
In het 3e gesprek “Op een crisis terugkijken” – Hoe raakte het stel in zo’n spiraal van eisen en afstand houden. Patronen herkennen en accepteren.
De eerste 3 gesprekken dienen om spanningen in een relatie te de-escaleren en het stel voor te bereiden op de volgende gesprekken die de band smeden en verstevigen.
Het 4e gesprek “Houd me vast” is in staat relaties te transformeren. Dit is het gesprek dat partners ertoe beweegt meer emotioneel toegankelijk te worden, emotioneel ontvankelijk en innig bij elkaar betrokken. “Houd me vast” is een moeilijk te voeren gesprek, maar het geeft een topervaring. De emotionele band die hierin wordt gesmeed is iets wat veel paren nog nooit hebben meegemaakt. Als dit gesprek zich ontvouwt gaan de partners zichzelf en hun geliefde anders zien: ze ervaren nieuwe emoties en reageren anders.
De afsluitende 3 gesprekken: “Kwetsuren vergeven”, “De band versterken via seks en aanraking” en “Je liefde levend houden” bouwen allemaal voort op het fundament van de intieme band die in dit 4e gesprek wordt gecreëerd.
De therapie is niet bedoeld voor paren die heel ernstige conflicten hebben of die al voelen dat er geen liefde meer is.
Ook als er sprake is van een buitenechtelijke relatie die nog bestaat, verslavingsproblematiek, of fysiek of psychisch geweld is deze therapie niet geschikt.
Peter van Straaten
Voor welke therapievorm uiteindelijk gekozen zal worden hangt grotendeels af van de ernst van de problematiek. In de regel wordt gebruik gemaakt van alle bovengenoemde therapievormen.
De EFT relatietherapie kan na de intakegesprekken o.h.a. in 7 gesprekken afgerond worden.
De Amerikaanse therapeut Jeffrey Young ontwikkelde schematherapie in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Schematherapie is een warme en begripvolle vorm van psychotherapie waarbij we gebruik maken van technieken uit verschillende therapie-richtingen.
Bij schematherapie gaan we er van uit schema’s ontstaan als in een emotionele basisbehoefte niet is voorzien.
Binnen schematherapie geven we aandacht aan negatieve en/of niet-werkzame gevoelens, gedachten en gedragingen die als een herhalend patroon in je leven terugkeren. Deze patronen worden valkuilen genoemd. In deze therapie onderscheiden we elf valkuilen – ofwel schema’s -, die in je jeugd zijn ontstaan door dingen die je hebt meegemaakt en jou hebben gevormd. Dit zijn bijvoorbeeld verlatingsangst, emotionele verwaarlozing, extreem hoge eisen stellen, wantrouwen/misbruik of extreme aanpassing.
Valkuilen bepalen hoe we denken, voelen en handelen en hoe we met anderen omgaan. Ze zijn zeer krachtig en bepalen hoe jij de wereld ziet. Overlevingsmechanismen, zoals vluchten, vechten of overgave beschermen ons tegen gevoelens als pijn, woede en angst. De gevoelens hoeven niet zozeer waarheid te zijn, maar ze zorgen er wel voor dat je niet optimaal functioneert.
Schematherapie gaat verder dan cognitieve gedragstherapie, waarin jouw denken en de verandering van je gedrag centraal staan. Deze therapie is erop gericht om je te leren vanuit het gevoel weer verbinding aan te gaan, zodat patronen doorbroken worden en je weer dat leven kan leven dat jij wilt.
De 5 basisbehoeften die Jeffrey Young onderscheidde zijn de volgende:
Allereerst is het belangrijk voor kinderen
De basisbehoeften kunnen geschaad worden wanneer je als kind negatieve gebeurtenissen of trauma’s meemaakt, zoals geweld, pesterijen, misbruik en als je te veel of te weinig van het goede krijgt. Zo is het zowel schadelijk wanneer je als kind te weinig zorg en aandacht krijgt als wanneer je overbeschermd wordt. Een goed evenwicht is dus erg belangrijk.
De schema’s ontstaan in een wisselwerking tussen omgeving: ouders, school, de buurt en het temperament van het kind. We gaan er van uit dat ieder kind met een bepaald temperament geboren wordt en met dit temperament terecht komt in een bepaalde omgeving. Hier krijgt het kind een opvoeding en zal mogelijk een aantal negatieve gebeurtenissen of life-events meemaken.
Wanneer deze drie factoren goed op elkaar zijn afgestemd en de basisbehoeften voor het kind vervuld worden zal dat kind kunnen opgroeien tot een psychisch stabiele en evenwichtige volwassene. Wanneer dit echter niet gebeurt dan ontwikkelen zich schema’s, die aanleiding geven tot modi en vaak uitlopen in hardnekkige en psychische klachten. Voorbeelden zijn steeds terugkerende emotionele problemen, sociale conflicten, drinken, eten, vermijden en agressie.
Wat zijn nu schema’s
Wanneer we het in schematherapie hebben over schema’s bedoelen we eigenlijk oude, onaangepaste schema’s. Een schema, ook wel een “gevoelige snaar” genoemd, is een ingesleten patroon van herinneringen, gevoelens en gedachten die samen horen en voortkomen uit onvervulde basisbehoeften uit de jeugd van het kind. Hierdoor heeft het een bepaald beeld over zichzelf, de wereld en anderen ontwikkeld van waaruit hij de wereld ook als volwassene zal gaan bekijken en interpreteren. Binnen de schema-therapie hebben we het dan vooral over de onaangepaste schema’s.
Jeffrey Young definieerde deze als belemmerende, emotionele en cognitieve patronen die vroeg in ons leven beginnen en zich ons hele leven herhalen. Hij onderscheidde er 18. Als een schema zich eenmaal gevormd is, heeft het de neiging zichzelf steeds meer te verstevigen. Ze werken als een soort gekleurde bril. Zo kun je bijvoorbeeld na de scheiding van je ouders het schema “verlating” ontwikkelen waardoor je erg snel denkt dat je partner je in de steek gaat laten ook al is daar helemaal geen aanleiding toe.
Schema’s zijn niet altijd actief. Ze zijn vaak op de achtergrond a.h.w. sluimerend aanwezig. Gebeurtenissen kunnen schema’s activeren. Als zo’n schema geactiveerd wordt gaat dit vaak gepaard met intense emotie, zoals angst of verdriet. De gemoedstoestand waarin je dan bent noemen we een modus, een allesoverheersende gemoedstoestand die getriggerd wordt door gebeurtenissen die relevant zijn voor je schema’s. Zo kan je schema getriggerd worden wanneer je partner plotseling aangeeft dat hij/zij ergens alleen naar toe wil en jij het schema “verlating” hebt. Op dat moment gaat je modus als een soort besturingssysteem je denken, voelen en handelen aansturen waardoor je misschien hevig in paniek raakt, erg boos op je partner wordt en hem/haar verbiedt om te gaan. Een modus is dus eigenlijk een combinatie van schema’s en gedragspatronen.
In schematherapie richten we ons tegenwoordig meer op die modi dan op schema’s, want als modi veranderen dan veranderen ook de schema’s.
Ook de modi kunnen we indelen in meerdere groepen. Jeffrey Young onderscheidde 4 groepen:
Het zijn de omstandigheden en je schema’s die je gezonde of je ongezonde modi in gang zetten. Niet iedereen heeft dezelfde modi of ze in de zelfde mate. Soms kun je van de ene modus naar de andere overgaan. Zo kun je op het ene moment razend worden op je partner omdat hij/zij alleen weg wil gaan om vervolgens erg verdrietig te worden en je partner smeken om te blijven om tenslotte koud en afstandelijk te reageren wanneer deze je gedag komt zeggen.
Het doel van schematherapie is dat je leert op adequate en gezonde manier in je emotionele basisbehoeften te voorzien. Daarvoor moet je dan eerst je oude, disfunctionele patronen te herkennen en veranderen. Hoe gaat dan in zijn werk?
In eerste instantie wordt bovenstaande informatie besproken. Voorlichting of psycho-educatie is een belangrijk onderdeel in schema-therapie.
We kijken samen naar:
Met welke problemen meld je je aan
Welke schema’s en modi spelen een rol
Hoe zijn die ontstaan
Kunnen we het begrijpen vanuit je levensloop
De bewustwording van dat geheel is een belangrijk doel van de eerste fase van de therapie.
Binnen schema-therapie maken we gebruik van verschillende technieken:
In schema-therapie is de therapeutische relatie een voorwaarde voor alle andere interventies.
Binnen schema-therapie kennen we de term “limited reparenting” o.t. “beperkt ouderschap”. Dat betekent dat de therapeut als een soort “pleegouder” fungeert en probeert om de basisbehoeften waarin niet voorzien is in je jeugd, daar alsnog in te voorzien. De therapeut is warm en betrokken, steunt, zorgt goed voor je, waardeert je, biedt onvoorwaardelijke acceptatie, maar geeft ook sturing en stelt ook grenzen aan ongepast en/of disfunctioneel gedrag als dat nodig is.
De therapeutische relatie is als het goed is ook een veilige plek om te oefenen met het doorbreken van patronen.
Dit zijn centrale interventies binnen schema-therapie. Er zijn verschillende doelen, o.a. oefenen met het uiten van emoties en het vervullen van je basisbehoeften.
We gebruiken twee technieken: de imaginatie-oefeningen en de meer-stoelen-techniek.
De imaginatie-oefening, ook wel verbeeldingsoefening genoemd. In deze oefening werken we met geactiveerde modi of schema’s en gaan we kijken naar: wanneer is deze kant van jou nou ontstaan? Wat voor herinneringen zijn er verbonden aan deze modus of dit schema? En daarmee gaan we dan in verbeelding werken. We gaan dus terug naar het verleden en roepen in een verbeeldingsoefening een herinnering op van vroeger op.
Een voorbeeld: Als kind zorgde jij voor een depressieve moeder en voor je jongere zusje. Jij zorgde voor hen maar in de verbeeldingsoefening leer je te zeggen wat jij eigenlijk nodig had en je ziet dan voor je, ook weer in je verbeelding, dat er ook voor jou gezorgd werd. Je herschrijft a.h.w. de afloop van het verhaal. Zo kun je je verdriet weer voelen en verwerken.
We zorgen ervoor dat de basisbehoeften van jou in de therapie wèl vervuld worden zodat het kwetsbare kind zich aan het eind geliefd, beschermd en gesteund voelt. Dit noemen we ook wel “rescripting”
Een andere veelgebruikte ervaringsgerichte techniek is de meer-stoelen-dialoog. Er zijn heel veel verschillende vormen van meer-stoelen-dialogen, maar de basisvorm is dat je iedere modus, iedere kant van je, in een stoel kunt neerzetten.
Bijvoorbeeld, je zet een stoel neer waar je de coping-modus of de beschermer van iemand zet. In een andere stoel zet je een ouder-modus, bijvoorbeeld een veeleisende en straffende ouder. Weer in een andere stoel zet je de kind-modi en vervolgens zitten de therapeut en jij, ook nog ergens. Met zo’n meer-stoelen-dialoog kun je allerlei oefeningen doen.
Bijvoorbeeld: in een lege stoel zetten we de straffende ouder-modus, de kant die al die negatieve dingen zei. Samen met de cliënt zit je dan als therapeut tegenover de straffende ouder-modus en die probeer je het zwijgen op te leggen. Zo leer je sterker te worden en in te gaan tegen die negatieve stemmen.
Bijvoorbeeld meerdimensioneel evalueren, de historische toets, het invullen van schema- en modus dagboeken, het uitdagen van gedachten, nadenken over voor- en nadelen van iets, opstellen van respons-preventie plannen en uitproberen van alternatieve gedragingen. Maar ook gedragstechnieken als ontspanningsoefeningen, rollenspelen, vaardigheidstraining enz.
Schema’s en patronen onder ogen gaan zien dat vergt moed. Te veranderen en therapie afmaken vraagt doorzettingsvermogen.
Schematherapie kost dus moeite maar levert het ook wat op?
Ja, uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat schema-therapie effectief is voor diverse persoonlijkheidsstoornissen, chronische depressie, enz.
Samenvattend, schema-therapie kost moeite, maar het is de moeite waard!
Meer informatie:
ZELFHULPBOEKEN
* Hannie van Genderen, Gitta Jacob & Laura Seebauer (2012)
Patronen doorbreken. Negatieve gevoelens en gewoonten herkennen en veranderen.
Uitgeverij Nieuwezijds
Maak je steeds weer dezelfde fouten, terwijl je je had voorgenomen om een volgende keer anders te reageren? Vertoont je gedrag hardnekkige patronen, die je maar niet kunt doorbreken? In dat geval helpt schematherapie je verder.
Schematherapie leert je om de oorsprong van je gedragspatronen te doorgronden, hun invloed op je alledaagse leven te onderzoeken en jezelf zodanig te veranderen dat je je beter gaat voelen en beter voor jezelf kunt zorgen en opkomen. Aan de hand van vele voorbeelden en online beschikbare invuloefeningen maakt Patronen doorbreken duidelijk hoe patronen van gedrag, gedachten en gevoelens zijn ontstaan en hoe je die kunt veranderen.
* Jeffrey Young & Janet Klosko (2002)
Leven in leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen en veranderen.
Uitgeverij Pearson.
Het boek leert mensen hun negatieve gedachtepatronen, door de auteurs 'valkuilen' genoemd, te herkennen.
Helder beschrijven zij elf van de meest voorkomende valkuilen, waaronder problematische relaties, een irrationeel gebrek aan zelfvertrouwen, faalangst en eenzaamheid. Problemen waar veel mensen mee kampen. Tegelijkertijd bieden zij uitgebreide diagnostische tests en vragenlijsten om elke valkuil te herkennen, en stapsgewijze suggesties om ze in de toekomst te omzeilen.